Problemen met de ademhaling

Bij het ademhalen neemt het lichaam bij de inademing zuurstof op en wordt bij de uitademing onder meer koolzuur uitgeschei­den. Koolzuur is een afvalpro­duct dat ontstaat als het lichaam energie verbruikt. Zuurstof wordt gebruikt om brandstoffen (voedsel) om te zetten in energie. Ook in rust verbruikt ons lichaam energie en ontstaat er dus koolzuur. Dit koolzuur raken we kwijt door uit te ademen. Koolzuur en zuurstof worden middels het bloed van en naar de longen vervoerd. Als onvoldoende wordt geademd, loopt het koolzuur­gehalte in het bloed te hoog op. Dit kan de oorzaak zijn van een aantal klachten als hoofdpijn bij het wakker worden, nachtmerries en spontane benauwdheid ’s nachts, suf­heid, gebrek­kige eetlust en concen­tra­tiestoor­nissen. In de regel verloopt dit proces geleide­lijk zonder dat de patiënt echt in de gaten heeft wat er aan schort. Dit komt omdat bij veel ziekten de spierzwakte ook heel langzaam erger wordt.

Vooral ’s nachts tijdens de slaap kan het kool­zuur­ge­halte in het bloed fors oplopen (zoge­naamde nachtelijke hypoventi­latie). De ademhaling gedurende de slaap is niet voldoende om het koolzuur uit te ademen. Geduren­de de dag kan veel bewuster worden geademd, bijvoorbeeld door sneller te ademen. Hiermee wordt voorko­men dat het koolzuur­gehalte verder oploopt. De bewuste ademhaling wordt dan gebruikt om het in de nacht ontstane hoge koolzuurge­halte weg te werken. Dit kost veel energie en vaak is dat ook duidelijk te zien: ademhalen gaat met veel beweging gepaard en bij het spreken wordt gebruik gemaakt van korte zinnen en een weinig krach­tige stem. Een griepje of een verkoudheid kan de proble­men doen verergeren. Het onvermogen sputum (slijm) op te hoesten geeft vaak aanlei­ding tot lucht­weginfecties.

In het ziekenhuis blijkt dat de ademhaling onvoldoende is en dat de bloedgassen (de koolzuur- en zuurstofwaarden in het bloed) afwijkend zijn. Vooral het koolzuur­gehalte in het bloed is te hoog (vooral ’s nachts). Vaak blijkt ook dat het zuurstofge­halte lager is dan normaal. Overdag kunnen de bloedgassen normale waarden aannemen. Het gevaar van een te hoog opgelopen koolzuurgehalte is uit­eindelijk coma (bewusteloosheid) en tenslotte overlijden.

Aandoeningen waarbij vaak beademing wordt toegepast zijn:

  • spierziekten:
    • spinale musculaire atrofieën (SMA);
    • ziekte van Duchenne/Becker;
    • ziekte van Pompe;
    • poliomyelitis en post-polio;
    • ALS in uitzonderlijke gevallen;
    • eventueel andere spierziekten.
  • ernstige kyfo-scoliose (vergroeiing van de wervelkolom);
  • ‘hoge’ dwarslaesie.