Apparatuur

Beschrijving en onderhoud uitzuigapparatuur

De uitzuigpomp

Van het Centrum voor Thuisbeademing kunt u diverse merken uitzuigpom­pen meekrijgen. Er zijn elektrische pompen en handpompen. Een aantal van de elektrische pompen kan op een accu worden aangesloten.

De meest gebruikte uitzuigpomp bestaat uit de volgende delen:

    1. de elektrische pomp (al dan niet op accu);
    2. opvangreservoir met verbindingsslang naar de beademde en met een verbinding naar de;
    3. overloopbeveiliging (opdat er geen afgezogen sputum in de elektri­sche pomp komt);
  1. zuigkrachtregelaar.

Onderhoud elektrische pomp

Het opvangreservoir dient dagelijks schoongemaakt te worden als er veel en regelma­tig gezogen wordt. In ieder geval dienen de pot en het deksel twee maal per week huishoude­lijk gereinigd te worden. Afwasmiddel is een prima reinigingsmiddel. Na het reinigen goed afspoelen met water en dan drogen. De verbindingsslang met vingertip van de uitzuigpot naar de uitzuigcathe­ter eens in de twee weken vervangen. De slang van de overloopbevei­liging naar de uitzuigpot hoeft niet vervan­gen te worden. Als de pot aan slijtage onderhevig is, kan bij het Centrum voor Thuisbea­deming een nieuwe besteld worden. De pomp zelf kan met een sopdoekje afgenomen worden.

Onderhoud uitzuigkoffer

Als de koffer niet gebruikt wordt, wordt deze via de adapter altijd op het lichtnet aangesloten. Na gebruik buitenshuis altijd weer aansluiten op het lichtnet, zodat de accu volledig opgeladen wordt/blijft. Voor reiniging en vervanging zie uitzuigpomp.

Technisch onderhoud

Uitzuigkoffer en uitzuigpomp worden door een firma, welke aangewezen wordt door het centrum voor thuisbeademing, technisch onderhou­den. De firma neemt zelf contact op als er onderhoud en controle nodig is. Bij defecte pomp dient contact opgenomen te worden met deze firma.

Beade­mingsap­paraten

Er zijn verschillende typen beademingsmachines. Handleidingen van de diverse machines zijn op te vragen bij de leverancier of bij het Centrum voor Thuisbeademing waarvan de machine is verkregen.

De luchtbevochtiger

De lucht, toegediend door het beademingsapparaat is droog. Droge lucht is schadelijk voor het slijmvlies van de luchtpijp en de longen. Bij mensen die niet beademd worden, wordt de inademingslucht verwarmd en bevochtigd door de neus. De functie van de neus wordt met name bij tracheostomale beademing overgenomen door een luchtbevochtiger. Meest gebruikt hierbij is de kunst­neus. Dit is een ‘sponsje’, waardoor de lucht heen en weer stroomt, dat de lucht bevochtigt.

Daarnaast kan ook een bak met verwarmd water gebruikt worden, waar de inademingslucht doorheen wordt gestuurd. Het water dient iedere dag ververst te worden met schoon kraanwater. De verwarming van het water kan geregeld worden door middel van een thermostaat­knop. Het verwarm­de water wordt als waterdamp meegenomen naar de longen. Een gedeelte van de waterdamp zal door afkoeling conden­seren in de toevoerslangen. In deze slangen moet daarom altijd een reser­voir aanwezig zijn, waarin dit teveel aan water kan worden opgevan­gen. Dit vochtopvangre­servoir moet regelmatig geleegd worden, anders komt er water in de longen. Afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerd water in de slangen en toestand van het sputum kan meer of minder warmte toegevoegd worden. Thermostaatstand drie tot vijf is meestal voldoende voor een goede bevochtiging en is afhankelijk van het soort bevochtiger.